Een fotoverslag van de Mot op 15 september 2019
Rokus Lopik trapte de middag af met verschillende verhalen over één onderwerp: Outsider Art. Voor de gelegenheid had hij diverse kunstwerken en boeken meegenomen. “Use your vulnarability as your weapon.” Een quote van Bolek Greczynski, founder of the Living Museum in Queens, New York. Naar zijn voorbeeld richtte Rokus the Living Museum Nederland op. Sinds vijf jaar maken gemiddeld 35 kunstenaars met- en zonder achtergrond in de Psychiatrie oogverblindende kunst, in Bennebroek, op het oude Vogelenzang terrein. Achter elk schilderij en kunstwerk zit een verhaal. Vanmiddag werden een aantal van die soms huiveringwekkende verhalen aan het Mot-publiek verteld en getoond. Coen speelt een nummer van David McWilliams over een “outsider”’ : The days of Pearly Spencer. Ja, met een prachtige interlude, met een heuse mini-megafoon, voor €12,50 aangeschaft bij een Outsider Winkel.
Robin Hes, internist hield een gloedvol betoog over de communicatie tussen artsen, specialisten en hun patiënten. Over de lange weg die artsen mogen afleggen voordat zij hun anamneselijstjes kunnen loslaten, teneinde echt te luisteren en daadwerkelijk te horen wat mensen nu eigenlijk als klacht op tafel leggen. Zijn verhaal moedigde het Mot-publiek uit zich uit te spreken wanneer in gesprek met specialisten. Artsen zijn net als hun patiënten, mensen. Mensen die er goed aan zouden doen hun patiënten aan te moedigen zich uit te spreken. Zelfs als het enkel frustratie is wat de boventoon voert. Robin werkte bij het Flevo Zkhs in Almere. Ik heb het nog even gegoogled en mijn geheugen bedroog mij niet. Dat ziekenhuis behoorde in 2016 en 2017, volgens een Elsevieronderzoek, tot de beste ziekenhuizen van Nederland. Coen speelde die mooie klassieker, Let it Be van de Beatles.
Jan Obbeek liet ons voor aanvang weten bijzonder nerveus te zijn. Nu ken ik Jan en ik weet dat hij als artiest voor hetere vuren en grotere zalen heeft gestaan. In zijn verhaal was van nervositeit niets te merken. Op komische en schokkende wijze maakte hij ons deelgenoot van wat een leraar meemaakt als hij les gaat geven op een overwegend ‘zwarte school’. Over welke emoties er in het klaslokaal vrijkwamen op 9/11 in het jaar 2001, de dag dat de Twin Towers in New York werden aangevallen. Zijn verhaal spitste zich toe op de dilemma’s waar je als docent mee te maken krijgt en die een interne worstelpartij veroorzaken. Over hoe dat indruist tegen wie je bent. En wat je in het leven voorstaat. Dat ging ver, zo ver dat het Jan ook in zijn verhaal een luttel moment te veel werd. Jan sloot zijn verhaal af met een prachtige, vertaalde song: Blowing in the wind (Vluchtig in de wind) van Bob Dylan. “Het antwoord mijn vriend, waait vluchtig in de wind. Het antwoord waait vluchtig in de wind.” (vertaling Erik Bindervoet & Robbert Jan Henkes).
Na de pauze vertelde Coen kort over zijn plannen m.b.t. een nieuwe theatervoorstelling. Want als je één keer de kleine zaal van de Philharmonie (400 mensen) vol krijgt, dan kan dat ook een tweede keer. De Mot heeft het trouwste publiek in Nederland. Zonder ons publiek hadden we het nooit 5 jaar gered. Ter illustratie speelt hij het wonderschone nummer “4+20” van Stephen Stills, afkomstig van de LP DejaVu van CSN&Y uit 1970. Ik vermeld er hierbij dat Coen mijn aantekeningen aangevuld heeft en zichzelf ernstig tekort heeft gedaan. Ik heb ze daarom aangevuld met wat ik en heel veel andere mensen van Coen vonden. Een unieke singer-song-writer, met een volstrekt uniek stemgeluid.
“Ik leerde iemand kennen die ik al kende, zonder dat ik hem kende.” Aldus Saskia Versloot. Een verhaal over liefde en pijn. Twee fenomenen die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Over hoe je jarenlang een leven kunt leiden dat er van buiten heel goed en harmonieus uitziet, maar toch niet is waar je in het leven naar op zoek was. Saskia koos na een scheiding voor de- en een andere Liefde. “Wij zijn voor elkaar gescheiden, omdat het klopte.” No matter what. Dat heeft ze geweten. Als gevolg van die scheiding heeft zij haar zoon al 8 jaar niet gezien. Het publiek en ik leerden wat het woord ‘ouderverstoting’ betekent. Welke offers je moet maken als je kiest voor de liefde van je leven. Omdat er altijd iets ‘mist’. Coen speelde voor haar het toepasselijke nummer ‘Something inside so strong’, van Labi Siffre. Een lied dat haar past als een oogverblindende creatie van modeontwerpster, Fong Leng. Een kleurrijk verhaal, door een krachtige vrouw.
Wat hebben Cuba en Paula Melgers met elkaar te maken en met elkaar gemeen? Alles. Maar dan ook alles. En dan druk ik mij eufemistisch uit. En daar deed Paula ons op deze bijzondere middag kond van. Paula, een dame met vuurrood haar en een overeenkomstig verhaal. Over een levenslange liefde voor een man en zijn land. Ontroerend, geestig, erotisch, schokkend, verdrietig, hoopvol, en onthutsend. Over hoe in een tijdsbestek van 20 jaar slechts vijf brieven in een communistisch land kunnen aankomen. Paula ‘sleurde’ ons mee in een onverschrokken, woest aantrekkelijk en zeer beeldend verhaal naar Cuba, naar Nederland en weer terug. Ze liet ons ‘alle hoeken’ van Huis te Zaanen zien. Toen haar verhaal eindigde had ik het gevoel alsof ik een ritje in de Python van de Efteling had gemaakt of vijf ronden tegen Rudi Koopmans had gebokst. Zo mag de liefde zijn. Woest. Wild. Dramatisch. Meeslepend. Coen speelde op ongeëvenaarde wijze het mooie nummer ‘Birds’ van Neil Young.